Rajshahi in Bangladesh

Volgens een populaire legende was het een soefi moslim die het islamitische geloof naar Rajshahi bracht. Deze heilige, Sjah Makhdum genaamd, zou de stad bereikt hebben op de rug van een krokodil, die stroomopwaarts in de rivier zwom. Veel moslims uit de regio bezoeken nog vaak het heiligdom dat ter ere van hem in de stad is opgericht. Ze zoeken genezing voor onvruchtbaarheid, ziekte en andere problemen.
De stad Rajshahi is gelegen aan de oever van de Ganges, slechts enkele kilometers van de grens met India, en wordt bewoond door ongeveer een half miljoen Bengaalse moslims. Voor dat het land in 1971 haar onafhankelijkheid kreeg, kende het een stroom van succesvolle heersers met Indo-Europese, boeddhistische, hindoeïstische, moslims, Britse en ten slotte Pakistaanse achtergrond. De stad Rajshahi kwam tot bloei tijdens de Britse Raj (=het Britse bestuur over India). Hoewel destijds de Hindoes de overhand hadden, wordt de stad nu voor 90% bevolkt door moslims. Moslims in Rajshahi zijn over het algemeen tamelijk liberaal en open in hun denken, maar de voornaamste universiteitscampus wordt bestuurd door de islamitische studentenpartij Jamaati-islam en de stad is het middelpunt geweest van kleinschalige terroristische activiteiten.
Op het gebied van onderwijs is Rajshahi toonaangevend voor het land, met meer dan 10 grote en kleinere universiteiten en medische opleidingsinstituten. Alleen al de universiteit van Rajshahi telt meer dan 25.000 studenten. Rajshahi vormt ook in medisch opzicht een belangrijk centrum; het telt zelfs een christelijk zendingshospitaal.
Ongeveer 100 jaar geleden begon het zendingswerk onder moslims in het gebied voor het eerst vrucht af te werpen nadat er Bijbels waren verspreid in het moslimdialect van de Bengalen. Er kwamen honderden mensen tot geloof, maar helaas werden deze nieuwe gelovigen aangemoedigd om hun tradities en hun dialect los te laten en zich te voegen naar de kerkelijke cultuur die een Hindoe-achtergrond had. De beweging stierf een stille dood en was snel vergeten.
Een moedige jonge christenzakenman met een moslimachtergrond vestigde zich begin jaren 80 van de vorige eeuw in Rajshahi en begon tegenover moslims te getuigen van zijn geloof. Hij stimuleerde hen daarbij om trouw te blijven aan hun families en aan hun cultuur. Hierdoor zijn er nu 3 christelijke huisgemeenten in de stad en in de omliggende dorpen zijn er ook enkele. Deze huisgemeenschappen groeien, ze zijn levendig en tonen moed bij de verspreiding van het geloof. Toch is er verdieping in discipelschap en kennis van Gods Woord nodig om het vuur brandende te houden.
In het verleden waren zendingsactiviteiten noodgedwongen gericht op de mannen, omdat vrouwen en kinderen veel moeilijker te benaderen waren. Daar begint nu verandering in te komen. Toch zijn ook vandaag de dag vrouwen over het algemeen minder geletterd, beschikken ze over minder vrije tijd en hebben ze minder mogelijkheden om te reizen dan mannen.

Gebed

  • Ik bid dat kleine huisgemeenten van christenen zullen groeien in ontwikkeling, gehoorzaamheid en kennis van Gods Woord. Ik bid dat er godvrezende leiders worden aangesteld die zich toewijden aan dienstbaarheid en een geheiligd leven (1 Timoteüs 3:1-13).
  • Ik bid dat gelovige echtgenoten bereid zijn om hun vrouwen te onderwijzen, de godsvrucht binnen hun gezin te handhaven en verantwoordelijkheid te dragen voor het geloof van hun kinderen. Ik bid dat vrouwen de kans krijgen om zich te ontwikkelen.
  • Enkele inwoners van de stad zijn begonnen met de verkoop van Bijbels in het Bengaalse moslimdialect. Ik bid dat mensen die zoekende zijn Gods Woord zullen aanschaffen, lezen en begrijpen.
  • De wijde omgeving van Rajshahi kent veel zoekende mensen en pasbekeerden die elkaar sporadisch tegenkomen. Ik bid dat nieuwe christenen de noodzaak inzien om wekelijks de samenkomst te bezoeken.
  • Ik bid dat er voldoende mogelijkheden komen om te getuigen op de campussen in Rajshahi, waar duizenden studenten te vinden zijn. De afgelopen jaren is er sprake van enige kansen om te getuigen.
  • Ik bid dat thuisgroepen die in België en Nederland onder Koerden en Iraniërs worden opgezet mogen groeien in kennis van God en grootte. Dat vraag ik U door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.
Share