Friendly Fire

Lezen: Johannes 15:9-17
‘Vrienden noem ik jullie.’ (vers 15)

Het is voor veel militairen één van de meest gevreesde oorlogservaringen. Per ongeluk vuur uitbrengen op je eigen mensen. Of getroffen worden door je collega’s. Friendly Fire heet dat. Dat stemt tot nadenken. Wat is vriendschap? Wie mag een kameraad, een brother in arms voor je heten? Toon Hermans zegt in z’n bekende gedichtje: ‘Iemand die als het erop aankomt voor je bidt en voor je vecht, die met je lacht en met je grient.’ Jezus Christus noemt zijn leerlingen ‘vrienden’. Een titel die ze vervolgens niet blijken te verdienen. Want ze laten hun vriend Jezus op de moeilijkste momenten in de steek. Ze slapen als ze met Hem moeten waken, en één van hen verraadt Hem met een kus. Zijn verklaarde beste vriend, Petrus, de enige die ook echt nog voor hem probeert te vechten, verloochent de vriendschap driemaal achter elkaar. De anderen zijn er dan al vandoor. Uiteindelijk blijft alleen Jezus zelf trouw en komt zelfs in de laatste ogenblikken nog voor zijn vrienden op.
Als geestelijk verzorger in de krijgsmacht, werkend in de ‘nulde lijn’, kennen wij de uitdaging om het leven van de militair te delen. Want juist als je samen in de modder staat, dezelfde vermoeidheid en angst kent, de moeite van afscheid nemen en naar huis verlangen, dezelfde spanningen, kan die kameraadschap opbloeien. Want daarin leer je elkaar echt kennen. Dan weet je wat je zelf van anderen nodig hebt, en wat anderen van jou nodig hebben. En dat niemand van ons erop gebouwd is om een eiland te zijn.

Dank U, voor alle goede vrienden
Dank U, o God voor al wat leeft.
Dank U, voor wat ik niet verdiende,
Dat U mij vergeeft door Jezus Christus,
uw Zoon en onze Heer.

Share

Laat een reactie achter