Enoch 17

Chanówkh (Enoch) 17

Bezichtiging van Sh’ówl (Hoofdstukken 17-31)

1. Zij verhieven mij in een bepaalde plaats, waar de inwoners het uiterlijk van een brandend vuur hadden; en wanneer het hun behaagde namen zij de gelijkenis van mensen aan. 2. Zij droegen mij naar het huis van de storm, op een berg, waarvan de top tot de hemel reikt. 3. En ik zag de woningen van de lichten en de plaatsen van de sterren en de donder aan de uiteinden van de afgrond, waar deze het diepst was. Daar was de boog van vuur en zijn pijlen in hun koker, het zwaard van vuur en elke soort bliksem. 4. Toen voerden zij mij naar de wateren des levens, en naar het vuur van het westen, dat alle instellingen van de lichtende bol ontving. Ik kwam tot een rivier van vuur, waarvan de vlammen stroomden als water, en zich in de grote zee in westelijke richting ledigden. 5. Ik zag alle grote rivieren, totdat ik aankwam bij een grote duisternis, en ik ging naar de plaats waar al het vlees naartoe trekt [Sh’ówl]; en ik keek naar de bergen van de duisternis van de winter, en de plaats waarheen al het water van de afgrond stroomt. 6. Ik zag ook de mondingen van alle rivieren in de wereld, en de monding van de afgrond.

Enoch 16 | Enoch | Enoch 18

Share