Enoch 97

Chanówkh (Enoch) 97

1. Wee jij die oneerbiedig handelt, je prijst het woord der valsheid(80) en verheft het! Je zult vergaan en nooit een deugdzaam leven hebben geleid. 2. Wee degenen die de woorden der waarheid (Zijn naam) verdraaien. Omdat zij de eeuwige wet verdraaien [b.v. Koning James-bijbelvertaling, andere leugenachtige schriftgeleerden (YirmYâ ́huw 8:8-9)] 3. en zij worden veranderd in wat zij niet waren; zij zullen op de aarde vertrapt worden. 4. Wees in die dagen gereed, o rechtvaardigen, om je gebeden op te heffen [7de zegel (Openbaring 8:1-6)]; en om ze als getuigenis neer te leggen voor de gezanten, zodat zij de overtredingen van de dwalenden voor de Allerhoogste kunnen optekenen. 5. In die dagen (6de Zegel) zullen de volken omvergeworpen worden (8ste “Heilige Roomse Rijk”); maar de families van de volken zullen weer opstaan in de Dag van de Verwoesting (10 tenen/koningen). 6. In die dagen zullen zij, die zwanger worden, uitgaan en hun kinderen wegvoeren en zij zullen hen verlaten en hun nakomelingen zullen vergaan; zij zullen zelfs hun zuigelingen verlaten, zij zullen niet tot hen terugkeren en zij zullen geen medelijden hebben met hun geliefden (Kindermoord). 7. Opnieuw zweer ik je, dwalenden, dat de overtreding rijp is voor de dag van het onophoudelijk vergieten van bloed. 8. Zij die stenen aanbidden en zij die beelden maken van goud, zilver, hout of klei en zij die onreine geesten of goden (boze geesten) aanbidden en elke soort van aanbidding zonder onderscheid, voor hen zal geen hulp komen. Zij vervallen in oneerbiedigheid door de dwaasheid van hun hart; hun ogen zijn blind voor de vrees van hun hart en voor het visioen van hun dromen. Daarom worden zij oneerbiedig en verschrikkelijk, omdat zij met al hun werk een list hebben gesmeed en een steen hebben aanbeden(81). Zij zullen in een oogwenk vergaan. 9. In plaats daarvan zullen in die dagen zij, die de Woorden van wijsheid aannemen, gezegend zijn en ze begrijpen [Yâ-hwéh Yâhuwshúa`], die de weg van de Allerhoogste wijzen en volgen, die wandelen op de weg van Zijn gerechtigheid, en die zich niet bekeren tot de oneerbiedigen met de oneerbiedigen, 10. want zij zullen gered worden (144.000 overgeblevenen). 11. Wee jij die het verderf onder je buren verspreidt, want je zult dood blijven in Sh’ówl. [2 Moshéh 20:16 (9de gebod)] 12. Wee jij die het fundament legt van bedrog en misleiding [valse zalving], en die de opstandigheid op aarde uitlokt, want daardoor zul je verteerd worden. [1 Korintiërs 3:11] 13. Wee jij die je huizen [denominaties] bouwt door de arbeid van anderen, waarvan elk deel is opgetrokken met baksteen [geen levende stenen], en met de steen van de misdaad [valse gezalfden]; Ik zeg je, dat je geen shâlówm (vrede, volledigheid, verzoening) zult verkrijgen. 14. Wee jij die de omvang van de eeuwige erfenis van je vaderen [geestelijke ‘Ethówm] veracht, en wier zelven (néphesh) achter de aanbeden beelden aanlopen, want zij zullen geen rust hebben. 15. Wee degenen die ongerechtigheid bewerken, meewerken aan de onderdrukking en hun naaste vermoorden tot de dag van het grote oordeel, want Hij zal je eer ter aarde werpen, Hij zal zijn toorn aanwakkeren en Hij zal je allen met het zwaard vernietigen, 16. dan zullen alle reinen en rechtvaardigen je je fouten herinneren.

(80) Jezus (Xëzúç), Yeshua, Yahshua, Yaohushua, Yaohu, Yehoshua, Y’shua, Jehovah, Yahuweh, enz.
(81) Een voorbeeld van steenverering is Allah, de zwarte met zilver omrande steen die vrome moslims kussen tijdens hun pelgrimstochten naar de Kaaba in Mekka. Het was een beeld dat door Mohammeds familie werd aanbeden, het enige beeld dat hij niet uit de Kaaba vernietigde.

Enoch 96 | Enoch | Enoch 98

Share