Enoch 82

Chanówkh (Enoch) 82: Boekrol van de dromen

Chanówkh’s visioen van de catastrofe

1. En nu Mthuwshâ´lach, mijn zoon, zal ik je alle visioenen tonen die ik vóór je geboorte heb gehad. Ik had twee visioenen voordat ik trouwde, het ene heel anders dan het andere: 2. Het eerste was toen ik leerde schrijven, en het tweede voordat ik je moeder nam. Ik zag een angstaanjagend visioen 3. en toen ik het zag, bad ik tot Yâ-hwéh. 4. Ik lag neer in het huis van mijn grootvader Mahalal’Ë´l, en ik zag in een visioen hoe de hemel instortte, werd losgemaakt en op de aarde viel. 5. En toen zij op de aarde viel, zag ik de aarde verslonden door een grote afgrond, bergen hangend over bergen, 6. Heuvels neergeslagen op heuvels en de hoge bomen afgebroken van hun stammen, geworpen en gezonken in de afgrond. 7. Bij deze dingen haperde mijn stem en ik verhief mijn stem om uit te roepen en ik zei: “De aarde is vernietigd!” Toen wekte mijn grootvader Mahalal’Ë´l mij, daar ik dicht bij hem sliep, en zei tot mij: “Waarom schreeuw je zo, mijn zoon? En waarom slaak je zo’n klaagzang?” 8. Ik vertelde hem het gehele visioen dat ik had gezien en hij zei tegen mij: “Zo als je een angstaanjagende zaak hebt gezien, mijn zoon, 9. aangezien het visioen van je droom over de geheimen van alle wandaden van de aarde verschrikkelijk is, zo staat de aarde op het punt te worden verslonden door de afgrond en te worden vernietigd door een grote vernietiging. 10. Nu, mijn zoon, sta op en smeek de Vorst van Waarde, daar jij betrouwbaar bent, dat een overblijfsel op aarde mag blijven en dat Hij de aarde niet totaal mag vernietigen. Mijn zoon, uit de hemel zal dit alles op de aarde neerdalen en op de aarde zal een grote vernietiging zijn.” 11. Nadat ik was opgestaan, bad ik, smeekte en smeekte ik, en ik schreef mijn gebed op voor de geslachten van de wereld, en ik zal je alles uitleggen Mthuwshâ´lach, mijn zoon. 12. Toen ik afdaalde, keek ik naar de hemel, en ik zag de lichtbol uit het oosten opkomen, en de maan in het westen ondergaan, en enkele sterren en de totaliteit van de aarde en alles wat Yâ-hwéh de Almachtige vanaf het begin heeft geschapen; toen zegende ik de Vorst van het oordeel, en ik verheerlijkte Hem omdat Hij de lichtbol door de vensters van het oosten doet uitgaan, zodat hij opstijgt en schijnt in het gezicht van de hemel en de weg gaat en bewandelt die Hij hem heeft aangewezen.

Enoch 81 | Enoch | Enoch 83

Share