Enoch 93

Chanówkh (Enoch) 93

1. En laat mij je nu vermanen, mijn zonen, om de gerechtigheid lief te hebben, en daarin te wandelen; want de wegen der gerechtigheid zijn waardig aangenomen te worden; maar de wegen der ongerechtigheid zullen plotseling vernietigd worden en verdwijnen. 2. Aan de zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m) van een bepaald geslacht zullen de wegen van geweld en dood worden getoond, maar zij zullen zich daarvan verre houden en ze niet volgen. 3 Laat mij je nu vermanen, die rechtvaardig zijt: wandelt niet in de wegen van het kwaad noch in de wegen van de dood, want je zult vernietigd worden; maar zoek 4. en kies voor jezelf gerechtigheid en kies een goed leven. 5. Wandel op de wegen van shâlówm (vrede, volledigheid, verzoening), en je zult leven en voorspoedig zijn. Bewaar mijn woorden in je diepste gedachten en laat ze niet uit je hart verdwijnen, want ik weet dat de dwalenden de mensen zullen verleiden de kennis met kwade bedoelingen in twijfel te trekken. 6. Wee degenen die ongerechtigheid en onderdrukking bouwen, en die daarvoor het fundament leggen in het bedrog [een valse gezalfde], want zij zullen plotseling worden afgebroken en er zal geen shâlówm (vrede, volledigheid, verzoening) voor hen zijn. 7. Wee degenen die hun huizen bouwen met dwaling [b.v. islam, joodse natiestaat, katholicisme], want al hun fundamenten zullen worden weggerukt, en door het zwaard zullen zij vallen! Wee jij die rijk bent, want je hebt op je rijkdom vertrouwd. Zo zul je van je rijkdom worden ontdaan, omdat je in de periode van je rijkdom de Allerhoogste niet hebt herdacht! Zij die het goud en het zilver bezitten, je zult plotseling omkomen in het oordeel. 8. Je hebt geminacht en ongerechtigheid begaan en bent rijp voor de dag van de slachting en de duisternis en voor de dag van het grote oordeel. 9. Ik verklaar en verkondig je dat Hij, Die je geschapen heeft, je ten val zal brengen 10. en geen medelijden zal hebben met je ondergang, ja, je Schepper zal zich over je ondergang verheugen. 11. En jij, de rechtvaardigen in die dagen, zult een verwijt zijn voor de dwalenden en de onverlaten.

Enoch 92 | Enoch | Enoch 94

Share