Enoch 26

Chanówkh (Enoch) 26

Sh’ówl voor opstandige christenen (Tweede divisie 22:11)

1. Toen zei ik: “Waarom is dit land gezegend en vol verheven bomen, maar daartussen zijn deze vervloekte ravijnen?” 2. Toen antwoordde `Uwriy’Ë´l, de reine Wachter die bij mij was, en zei: “Deze vervloekte geul is voor hen die vervloekt zijn voor het tijdperk. Hier zullen allen verzameld worden die met hun mond ongepaste woorden uiten tegen Yâ-hwéh en harde dingen spreken over Zijn Waardigheid, hier zullen zij verzameld worden en hier zal hun plaats van oordeel zijn. 3. In de laatste dagen zal van hen een voorbeeld van oordeel worden gemaakt in gerechtigheid voor de reinen; terwijl zij die gunst hebben ontvangen voor altijd, al hun dagen, zullen zij Yâ-hwéh de Vorst der Waardigheid en de eeuwige Koning zegenen. 4. Doch in de periode van het oordeel over de eersten zullen dezen Hem zegenen om Zijn gunst, zoals Hij die aan hen heeft voorbehouden.” Toen zegende ik Yâ-hwéh de Vorst der Waardigheid, Hem aansprekende, en ik prees Zijn Grootheid.

Enoch 25 | Enoch | Enoch 27

Share