Genade en waarheid

Relaties met moslims naar Jezus Christus’ voorbeeld (Deel 1)

1. Laten we trouw zijn aan Gods waarheid – de volledige waarheid

We streven ernaar om begrip voor moslims te krijgen op grond van de kernwaarheden van het christelijke geloof. Het heeft geen zin deze te verdoezelen of er afbreuk aan te doen. Als we moslims willen benaderen met respect, begrip en liefde houdt dat in dat we bij ons getuigenis trouw zijn aan de kernwaarheden van het evangelie. Jezus Christus is Heer. We mogen door Gods genade vergeving, redding en eeuwig leven ontvangen. Deze Godsgeschenken zijn bestemd voor iedereen die tot bekering komt en gelooft in Christus’ dood en opstanding. We streven naar volledige gehoorzaamheid aan Gods wil, met alle consequenties voor elk gebied van ons leven. (Matteüs 22:37, 39; 28:20; Micha 6:8).

Ik bid dat dit gestalte mag krijgen in onze relatie tot moslims; voor onszelf, voor onze kerk en voor het lichaam van Christus.

2. Laten we gericht zijn op Jezus Christus in onze contacten met anderen

Jezus moet ons levensdoel zijn want Hij is de kern van het evangelie (1 Korintiërs 2:2). We spreken ons uit voor een op Christus gerichte benadering van moslims. Alleen zó benadrukken we de rijkdom van het evangelie. Hiermee voorkomen we dat de ontvangers het Goede Nieuws gelijkstellen aan het christendom, aan patriottisme of aan onze beschaving. Jezus is ons voorbeeld en we streven ernaar om zijn levenswandel te laten doorklinken in alles wat we zeggen en doen.

Ik bid dat dit gestalte mag krijgen in onze relatie tot moslims; voor onszelf, voor onze kerk en voor het lichaam van Christus.

3. Laten we waarheidsgetrouw en hoffelijk zijn in woord en getuigenis

We moeten zorgvuldig zijn als we het hebben over moslims en hun geloof. Volgelingen van Jezus hoeven zich niet bezig te houden met overdrijving. Ze moeten geen verkeerde voorstelling van zaken geven of woorden uit hun verband rukken (Matteüs 12:36, Exodus 20:16, Matteüs 7:12, Matteüs 22:39). We verklaren dat het brengen van het Goede Nieuws een hogere prioriteit heeft dan het verdedigen van onze cultuur.

Ik bid dat dit gestalte mag krijgen in onze relatie tot moslims; voor onszelf, voor onze kerk en voor het lichaam van Christus.

4. Laten we verstandig zijn in onze woordkeus en getuigenis

Gods woord roept ons op om ons geloof op een verstandige manier uit te dragen. “Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte” (Kolossenzen 4:5, Jakobus 3:17-18). We moeten ons toeleggen op onpartijdigheid en oprechtheid, zonder de levensreddende waarheden te verdoezelen of slechts één kant van het verhaal te vertellen.

Ik bid dat dit gestalte mag krijgen in onze relatie tot moslims; voor onszelf, voor onze kerk en voor het lichaam van Christus.

Laten we bidden dat vele christenen de uitdaging aangaan om vriendschap te sluiten met een moslim(a) in zijn of haar omgeving. In relaties kunnen we het evangelie voor moslims zichtbaar maken en er kunnen diepgaande gesprekken ontstaan.

Share

Laat een reactie achter