3 Moshéh 18

3 Moshéh 18 (Leviticus 18)

5. van degene die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, en je zult al diegenen (n.) die tot die ene (f.) [~zuster] behoren, niet zijnde de verordeningen/bevelen (n.) van Mij, bewaken/behouden. En, van degene die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, zul jij deze Ene, zijnde dezelfden (n.) die de zonen zijn, degenen worden (n.) [~de rechtvaardiging (ex-midden)], de Ene (m.) die deze Ene maken: de stoffelijke mens (’Âthâ ́m) [~de derde ’Âthâ ́m] 40 [~het getal van de ijdelheid], zal van Mij leven, onder degenen (m.) binnen degene die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, met dezelfden (m.) die de Zoon betreffen: Ik ben Yâ-hwéh Yâhuwshúa`, Hij Die zonder aanzien van ‘aharón (lichtdrager/lucifer) van jou is [Romeinen 10:6].

Leviticus 13 | Leviticus | Leviticus 19

Share