Enoch 77

Chanówkh (Enoch) 77

1. De namen van de lichtgevende bol zijn de volgende: de eerste is Oranyes, en de tweede Tomas. 2. en de maan heeft vier namen: De eerste is Asonya; de tweede, Ebela; de derde, Benase; en de vierde, Era’el. 3. Dit zijn de twee grote helderheden, hun kringen zijn als de omtrek van de hemel; en de afmetingen van hun beider bollen zijn gelijk. 4. Binnen de lichtbol zijn er zeven porties licht die er meer aan worden toegevoegd dan aan de maan en het wordt er met volle maat aan overgedragen totdat het zevende deel aan de lichtbol wordt onttrokken. Zij zetten zich af en gaan binnen door de poorten van het westen, kringelen door het noorden en keren terug door de poorten van het oosten over het gezicht van de hemel. 5. Wanneer de maan opkomt, schijnt een half zevende deel van haar licht aan de hemel om boven de aarde te verschijnen en het vult zich dag na dag, tot de 6. veertiende dag wanneer het geheel van haar licht voltooid is. 7. Zijn licht groeit met vijftienden en het wordt van dag tot dag aangevuld tot de vijftiende dag, waarop het geheel van zijn licht is voltooid, volgens de tekenen der jaren. 8. De maan wast en bereikt haar fasen in halve zeventienden. 9. Tijdens haar afnemende fase vermindert de maan haar licht: op de eerste dag neemt haar licht af met een veertiende deel; op de tweede dag met een dertiende deel; op de derde dag met een twaalfde deel; op de vierde dag met een elfde deel; op de vijfde dag met een tiende deel; op de zesde dag met een negende deel; op de zevende dag met een achtste deel; op de achtste dag met een zevende deel; op de negende dag neemt het een zesde deel af; op de tiende dag neemt het een vijfde deel af; op de elfde dag neemt het een vierde deel af; op de twaalfde dag neemt het een derde deel af; op de dertiende dag neemt het een tweede deel af; op de veertiende dag neemt het een helft van zijn zevende deel af; totdat op de vijftiende dag de rest van zijn licht verdwijnt. 10. In sommige maanden heeft de maan negenentwintig dagen, 11. en in andere maanden achtentwintig dagen. 12. En `Uwriy’Ë´l leerde mij een andere berekening, nadat hij mij had getoond wanneer het licht op de maan wordt overgebracht en op welke zijde daarvan het licht van de lichtbol wordt geworpen. 13. Gedurende de gehele wassende fase van de maan wordt haar licht gedurende veertien dagen voor de lichtbol overgebracht, totdat zij geheel verlicht is en haar licht vol aan de hemel staat. 14. Maar wanneer zij geheel gedoofd is, wordt haar licht in de ruimte verteerd; en op de eerste dag wordt zij de nieuwe maan genoemd, omdat vanaf die dag haar licht wassend is. 15. Zij wordt volle maan precies op het ogenblik waarop de lichtgevende bol in het westen daalt, terwijl de maan ’s nachts uit het oosten opstijgt. 16. en de maan gedurende de gehele nacht schijnt, totdat de lichtbol voor haar opkomt en de maan voor de lichtbol wordt waargenomen. 17. Aan de kant waar het licht tot de maan komt, door daar weer af te nemen, totdat al haar licht verdwijnt, en de dagen van de maand zijn voltooid, 18. en haar bol wordt leeg zonder licht. 19. Gedurende drie maanden komt zij uit in dertig dagen en in haar periode komt zij uit gedurende drie maanden van negenentwintig dagen elk, waarin zij haar afnemen voltooit in de eerste periode en in de eerste poort, gedurende honderdzeventig dagen. 20. En bij haar opkomst verschijnt zij gedurende drie maanden van elk dertig dagen en gedurende drie maanden verschijnt zij elk negenentwintig dagen. 21. Zij verschijnt gedurende twintig dagen per maand gedurende de nacht.

Enoch 76 | Enoch | Enoch 78

Share