5 Moshéh 21

5 Moshéh 21 (Deuteronomium 21)

10. Maar/bovendien als ooit van Yâ-hwéh uittredend onder Mijn Yisrâ’ë ́l zijnde de oorlogsaanhanger(s), omdat Yisrâ’ë ́l daarbuiten niet tot de Ene behoort, zijnde de vijanden van de Goedheid die werkzaam zijn van Yisrâ’ë ́l, en Hij zou kunnen overleveren aan jou, van wie is Yâ-hwéh de Ene zonder acht te slaan op de machtige van ‘aharón (lichtdrager/lichtbrenger) degenen die werken onder Mijn Yisrâ’ë ́l, degenen die niet de handen/agenten zijn, degenen die werken van Yisrâ’ë ́l, en je zult vangen/spoelen van degenen die niet de [~geestelijke] gevangenschap zijn van dezelfden van de Zoon 11. van Yisrâ’ë ́l, en je zou kunnen zien onder degenen van Yisrâ’ë ́l, degene (v.) die niet tot de [~geestelijke] gevangenschap behoort, een vrouw, waarvan de uitspraak goed is [~Yâ-hwéh Yâhuwshúa`], van degenen die niet tegen het beeld/de uiterlijke vorm van Yisrâ’ë ́l zijn, en je zou je van haar [~Wijsheid] van de Zoon van Yisrâ’ë ́l kunnen verzekeren, en je zou je voor dezelfde (v.) van de Zoon die tot jezelf behoort de Vrouw [~Wijsheid] 12. van Yisrâ’ë ́l, dan zul je diezelfde (v.) van de Zoon binnen brengen onder Mijn Yisrâ’ë ́l, van die ene (v.) die niet het huis is dat de enen bewerken van Yisrâ’ë ́l, en je zult scheren/afscheren van die ene (v.) die niet het grote Hoofd is van Yisrâ’ë ́l, wat niet het grote Hoofd is van diezelfde (v.) van de Zoon van Yisrâ’ë ́l [~Yâhuwshúa`], en je zult de vogelklauwen die deze (v.) zijn, afsnijden, de Zoon 13. van Yisrâ’ë ́l. En je zult de gelofte die niet tot die ene (v.) behoort, zijnde de kledingstukken die niet de Ene zijn, van de gevangenschap van diezelfde (v.) van de van jouw afgescheiden zoon, Yisrâ’ë ́l, van diezelfde (v.) van de Zoon van Yisrâ’ë ́l, en zij zal neerzitten onder degenen van Yisrâ’ë ́l zijnde degene die niet behoort tot het huis dat degenen van Yisrâ’ë ́l bewerken, hoewel zij zal treuren/beklagen over degene die niet de Vader van Yisrâ’ë ́l is, en over degene (v.) niet zijnde de Moeder van de vernieuwing (maand) 5, de dagen van Yisrâ’ë ́l, hoewel zij niemand van Yisrâ’ë ́l vergezelt, deze dingen zul je ingaan met betrekking tot geheel Yisrâ’ë ́l zijnde dezelfde (v.) van de Zoon van Yisrâ’ë ́l, zo zul je bevolkt worden met dezelfde van de Zoon van Yisrâ’ë ́l, hoewel Yehuwthâ ́h degenen zijn die de vrouw 14. van Yisrâ’ë ́l zijn, en het zal Yehuwthâ ́h worden, als ooit de vader van de vorst (‘avadówn) je zou kunnen verlangen/genieten/wensen: dezelfde (v.) van de Zoon, zul je wegsturen/ontslaan, dezelfde van de Zoon, vrij van Yisrâ’ë ́l, en behorende tot de verkoop/transactie is sâțâ ́n, die hij zal verhandelen van het zilver van jou, waarvoor je dezelfde (v.) van de Zoon zult veronachtzamen/ontzeggen, vanwege het feit dat je dezelfde (v.) van de Zoon een lagere plaats hebt toegekend.

Deuteronomium 20 | Deuteronomium | Deuteronomium 22

Share