Familiebanden

Lezen: Lucas 15:11-32
En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. (vers 20)

Familierelaties, dat is een oermenselijk thema. Het komt in alle tijden terug in verhalen, liedjes, films. Met alle lading die erbij hoort. Met alle verwachtingen en zorgen die mensen van en over elkaar kunnen hebben. Hoeveel jongens zijn geen militair geworden omdat hun vader het ook is? Of juist omdat pa sterk antimilitaristisch was?
Als ouders heb je altijd het nakijken. Je ziet je kinderen altijd in de rug. Ze lopen voor je uit en van je weg. Hun eigen weg. Vaak een weg waarvoor je als ouders dankbaar bent. Maar soms lijkt je kind ongevoelig voor wat je als ouders heilig is. En houdt het zich doof voor goede raad en blind voor geboden kansen. En dan?
Hoogtepunt in dit verhaal is dat de vader klaarblijkelijk dag in dag uit is blijven wachten. Op de uitkijk stond. En nu zijn jongen tegemoet rent. Zonder verwijten. Mooier is de verbondenheid van ouder en kind niet uit te tekenen. Mooier is ook de liefde van God, die meer dan een vader en moeder voor ons wil zijn, niet uit te tekenen.
Maar… als het gemeste kalf op is en de dansmuziek verstomd is, moet er nog veel gepraat worden! Tussen vader en zoon, tussen broer en broer. Gelukkig kent de gelijkenis een open einde. In het huis van deze vader kan altijd opnieuw begonnen worden. Met hem en met elkaar.

God, die voor ons en onze kinderen meer dan een vader en moeder kan en wil zijn, ontferm U over ons en onze kinderen en houd hen vast, waar wij moeten loslaten door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.

Share

Laat een reactie achter