Enoch 25

Chanówkh (Enoch) 25

Sh’ówl: onderscheid door water

1. Vandaar ging ik verder naar het midden van de aarde, en keek naar een gelukkige en vruchtbare plek, waar voortdurend takken ontsprongen aan de bomen, die erin geplant waren. Daar zag ik de zuivere berg, en daaronder stroomde aan de oostkant water uit, dat naar het zuiden stroomde. Ik zag ook aan de oostkant een andere berg, even hoog als die; en tussen die twee was een diepe en smalle kloof, 2. waarin het water stroomde dat van de berg stroomde. Ten westen hiervan was een andere berg, lager dan de eerste, van geringe hoogte, en daaronder, tussen de twee, 3. was een diepe en droge smalle kloof, en nog een diepe en droge kloof tussen de drie bergen. Het waren allemaal smalle diepe ravijnen, bestaande uit een harde rots, waar geen bomen in stonden. En ik verwonderde mij over de bergen en was verbaasd en uitermate geïntrigeerd over de valleien.

Enoch 24 | Enoch | Enoch 26

Share