Enoch 75

Chanówkh (Enoch) 75

1. En aan de uiteinden van de aarde zag ik twaalf poorten open voor alle streken; waaruit de winden uitgaan en waaruit zij over de aarde waaien. 2. Drie daarvan zijn open over het gezicht van de hemel, drie in het westen, drie aan de rechterzijde van de hemel [zuiden], en drie aan de linkerzijde [noorden]. De eerste drie zijn die naar het oosten, de volgende drie naar het zuiden, de volgende drie naar het noorden en de volgende drie naar het westen. 3. Door vier van hen gaan winden die de aarde moeten genezen en haar verlevendigen, en door acht gaan de bedreigende winden, die wanneer zij worden uitgezonden, de hele aarde, de wateren en alles wat er op is, vernietigen: flora of fauna, zowel water als land, en alles wat er op leeft. 4. Eerst gaat de westelijke wind door de eerste oostelijke poort, en die neigt naar het zuiden. Hierdoor gaan verwoesting, droogte, hitte en verlatenheid. 5. Door de tweede poort, de middelste, gaat de oostenwind, de regen, de vruchtbaarheid, de verlevendiging en de dauw. En door de derde poort gaat de noordoostenwind, die dicht bij de noordenwind staat: kou en droogte. 6. Na deze, door de drie poorten die ten zuiden van de hemel zijn, gaat voornamelijk door de eerste poort een zuidelijke wind die naar het zuiden is en die naar het oosten neigt, een hete wind. 7. Maar door de tweede poort gaat een zuidelijke wind, die zij zuidelijk noemen: dauw, regen, welzijn en verlevendiging. 8. Door de derde poort gaat een wind uit het zuidwesten: dauw, regen, sprinkhanen en verderf. 9. Daarna komt een noordelijke wind uit de zevende poort, naar het oosten, met dauw, regen, sprinkhanen en verwoesting. Uit de middelste poort komt direct een wind met kracht, regen, dauw en voorspoed. Door de derde poort, die naar het westen is gekeerd, gaat een wind met wolken, vorst, sneeuw, regen, dauw en sprinkhanen. 10. Hierna komen de winden van het westen. Door de eerste poort, die naar het noorden is gericht, gaat een wind met dauw, vorst, kou, sneeuw en kilte. Door de middelste poort gaat een wind met dauw, regen, voorspoed en zegen. 11. En door de laatste poort, die naar het zuiden is gericht, gaat een wind met schaarste, verderf, verschroeiing en verlatenheid. 12. Dat voltooit de twaalf poorten van de vier kwartieren van de hemel. 13. Ik heb je hun volledige verklaring gegeven, o mijn zoon Mthuwshâ´lach.

Enoch 74 | Enoch | Enoch 76

Share