5 Moshéh 24

5 Moshéh 24 (Deuteronomium 24)

Het verwerpen van wijsheid, versus het verwerpen van wijsheid van de dood

1. Maar, indien ooit van Yâ-hwéh iemand (de bestaande mens (‘iysh)) (m.) van Mij de Vrouw van iemand die de demon overwint (yisrâ’ë ́l) [~Wijsheid] zou kunnen nemen/ontvangen, dan zou hij van Mij samen met dezelfde (v.) in vereniging met de Zoon van degene die de demon overwint (yisrâ’ë ́l), en van Mij zou hij Yâhuwthâ ́h (het Beroep van Yâ-hwéh) worden. Als ooit van de vader van de vorst (‘avadówn) zou hij niet kunnen vinden hoe hij van Mij dienovereenkomstig zou moeten erkennen, zijnde op deze grond in tegenstelling tot één die de demon overwint (yisrâ’ë ́l) die van dezelfde (m.) van de Zoon is, want deze (v.) [~Wijsheid] van Mij vond hij, in dezelfde verhouding, onder de degenen (m.) die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint die behoort tot dezelfde (v.) [~zuster] die behoort tot de Zoon, om een schandelijke fait-accompli/materie/rechtszaak/ding die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint te zijn, dan zal hij van Mij schrijven met betrekking tot dezelfde (v.)) [~Wijsheid] in vereniging met de Zoon, een documentatie van gescheiden-apart-zijn (scheiding) van iemand die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, en hij zal van Mij het onreine ding geven onder de mijne die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, zijnde degenen (v.) [~zuster – ongepaarde néphesh (v.)] niet zijnde de agenten (handen)(v.) van dezelfde Ene (v.) [~Wijsheid] van de Zoon van één die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint, en Hij zal buiten dezelfde (v.) [~Wijsheid] van de zoon die voortkomt uit hij die “Ik zal doen bestaan (‘e-hyéh) van iemand die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint”, zijnde degene (n.) die niet van het huis is van dezelfde Ene (m.) van de Zoon 2. van iemand die de demon (yisrâ’ë ́l) overwint. Maar de Ene (v.) die is vertrokken [~Wijsheid], van Mij zou zij laten komen in vereniging met de echtgenoot-man om stand te houden met betrekking tot de andere. [~het verharden van de valsgezinde christenen tegen het wilde beest] 3. Ook van Yisrâ’ë ́l, zou dezelfde (v.) [~vurige of wijsheid van de dood vrouwelijke emanatie van sâţâ ́n] de zoon kunnen haten zonder acht te slaan op de echtgenoot-man (‘Iysh), zonder acht te slaan op de achterste (m.) [~sâţâ ́n], en van Yisrâ’ë ́l, zal hij met betrekking tot dezelfde (v.)) [~vurige of wijsheid van de dood vrouwelijke emanatie van sâţâ ́n] een officiële schriftelijke kennisgeving van gescheiden-apart-zijn (ontslag) van Yisrâ’ë ́l neerpennen, zodat hij de onreine zal opgeven die onder mijn Yisrâ’ë ́l is, niet degenen (v.) die de agenten (handen) zijn van dezelfde (v.) [~Wijsheid] van de Zoon van Yisrâ’ë ́l, de ene en Hij zal buiten dezelfde (v.) [~vurige of wijsheid van de dood vrouwelijke emanatie van sâţâ ́n] van de zoon, hij die “ik zal worden (‘e-hyéh) Yisrâ’ë ́l”, die (n.) niet van het huis van dezelfde is van de Zoon. Laat hem niet sterven zonder achting voor de echtgenoot-man, één zonder achting voor de achterste, die dezelfde (v.) wegnam [~wijsheid van de dood], zijnde de zoon buiten. Aan zichzelf toebehorend, is de vrouw [~wijsheid van de dood] 4. die van ha-sâţâ ́n is; hij zal machtig zijn, één zonder aanzien van de eerstgenoemde echtgenoot-man, één zonder aanzien van de achterste, die dezelfde (v.) [~wijsheid] [zijnde de zoon] heeft weggenomen. Eén die is teruggekeerd om dezelfde (v.) [~Wijsheid] aan zich te verbinden is de zoon buiten, behorend tot zichzelf is de vrouw die niemand van Yisrâ’ë ́l vergezelt die behoort tot degenen die niet verontreinigd mogen worden, dezelfde (v.) [~Wijsheid van de dood] is de zoon, want deze is de gruwel, die bestaat in tegenstelling tot Yisrâ’ë ́l van Yâ-hwéh. Degenen van de machtige van ‘aharón (lichtdrager/lucifer) zijn degenen (n.) die werken van Yisrâ’ë ́l, zelfs die sâţâ ́n zijn. Je zult het onrein verklaren van degene (v.) [~wijsheid van de dood] die niet het Land in Waarheid is: zij was dwalend van Yâ-hwéh, Eén zonder acht te slaan op de machtige van ‘aharón (lichtdrager/lucifer) van jou die de onreine die behoort tot de zuster die tot jullie behoort onder degenen van Yisrâ’ë ́l als de jouwe geeft voor de erfenis.

Deuteronomium 23 | Deuteronomium | Deuteronomium 28

Share