Enoch 92

Chanówkh (Enoch) 92

De 10 weken durende geschiedenis van de uitverkorenen (1 week = 700 jaar)
Zie Geschiedenis van de mens

1. Chanówkh hervatte zijn toespraak: 2. “Voor het doel van de zonen van de rechtvaardiging en betreffende de Uitverkorene van de wereld, die is gegroeid uit een plant van Waarheid en van gerechtigheid, 3. zal ik spreken en ik zal jullie mezelf (Chanówkh) laten kennen, mijn zonen, zoals ik het begrepen heb en alles is geopenbaard door een hemels visioen en door de stem van de Wachters en de gezanten van de Zuivere. In de tafelen van de hemel heb ik alles gelezen en begrepen.” 4. Chanówkh sprak verder en zei: “Ik, Chanówkh, ben geboren als zevende generatie tijdens de eerste week [0-700], tijdens de periode waarin de gerechtigheid nog vaststond. [Chanówkh geboren in 622 (3352 vóór Yâhuwshúa`)] 5. Maar na mij kwam de tweede week [701-1400] waarin de leugen en het geweld zullen groeien 6. en tijdens die week zal het eerste Einde plaatsvinden, en dan zal de mensheid verlost worden(69). 7. Maar wanneer die [2e] week zal zijn geëindigd, zal de ongerechtigheid toenemen, en Yâ-hwéh zal het decreet(70) uitvoeren op overtreders. 8. Daarna, tegen het einde van de derde week [1401-2100], zal een mens(71) gekozen worden als de plant van het rechtvaardig oordeel, waarna hij zal groeien als een Plant van gerechtigheid voor altijd. 9. Later, wanneer de vierde week [2100-2800] ten einde loopt, zullen de visioenen van de reinen en van de rechtvaardigen zijn verschenen [Vooraf geschreven geschriften] en een Wet zal voor generaties van generaties zijn voorbereid en een omheining [Land van Yisrâ’ë ́l] zal voor hen zijn gemaakt(72). Daarna zal aan het einde van de vijfde week [2801-3500] het huis van de Macht ter ere worden opgericht door middel van de naam van Yâ-hwéh tot in alle eeuwigheid. [Bar-Nâvíy 16:6] 10. Daarna, tijdens de zesde week [3501-4200], zullen zij die daarin leven verblind worden en hun harten zullen zich verraderlijk distantiëren van de wijsheid [`Âmówç 8:11-12(73)], en daarin zal de Zoon van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m)(74) tevoorschijn komen en ten hemel opstijgen. 11. En aan het einde van deze [6e] week zal het huis van de Vorst met vuur worden verteerd en het hele ras van de uitverkoren Wortel zal worden verstrooid(75). 12. Daarna, in de zevende week [4201-4900], zal een pervers geslacht opstaan; talrijk zullen haar daden zijn, maar al haar daden zullen in De Leugen zijn. En aan het einde van deze week zullen de uitverkorenen worden uitverkoren als getuigen van de waarheid van de plant der eeuwige gerechtigheid. Wijsheid zal hun worden gegeven en kennis zevenvoudig. Zij zullen, om de gerechtigheid te bedrijven, de oorzaken van geweld en in hen het werk van de Leugen bij de wortel uittrekken. 13. Daarna zal er de achtste week komen [4901-5600], die van de gerechtigheid, waarin aan alle rechtvaardigen een zwaard zal worden gegeven om de onderdrukkers(76) rechtvaardig te oordelen, 14. die in hun handen zullen worden overgeleverd. En aan het einde van die week zullen de rechtvaardigen eerlijk rijkdom hebben verworven en zal het koninklijk huis van de Grote in zijn eeuwige luister gevestigd zijn voor alle geslachten. Daarna, in de negende week [5601-6300], zal de rechtvaardiging en het rechtvaardig oordeel geopenbaard worden aan de totaliteit van de zonen der aarde(77). 15 En ieder van de oneerbiedigen zal van de gehele aarde verdwijnen en in de kuil voor het tijdperk geworpen worden, en alle mensen zullen de eeuwige Weg der gerechtigheid zien. 16. En daarna, in het zevende deel van de tiende week [6300-7000], zal het eeuwige oordeel plaatsvinden. Het zal de tijd zijn van het Grote Oordeel, dat over de Wachters zal worden uitgevoerd, en Hij zal de wraak onder de reinen uitvoeren. 17. Dan zal de vroegere hemel wijken en voorbijgaan en een nieuwe hemel zal verschijnen en alle hemelse machten zullen oplichten met zevenvoudige pracht voor altijd. En na deze zullen er vele weken [7001+] zijn, waarvan het aantal nooit een einde zal hebben, waarin het goede en de gerechtigheid zal worden gewerkt. 18. Dwaling zal dan voor eeuwig niet genoemd worden. 19. Wie van al de zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m) kan het woord van de Zuivere aanhoren zonder van streek te raken, en Yâ-hwéh’s gebod aan hem begrijpen, 20. of zich Zijn gedachten voorstellen? Of wie van al de zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m) kan alle werken van de hemelen of de hoekige zuilen waarop ze rusten overdenken? 21. Hij kan de animatie ervan onderscheiden, maar niet de geest ervan. Hij kan het misschien navertellen, maar niet ernaar opstijgen. Hij kan de randen van deze dingen zien, en erover mediteren maar hij kan er niets van maken. 22. Wie van alle zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m) kan de lengte en de breedte van de gehele aarde begrijpen en meten? 23. Of wie heeft al haar afmetingen en haar vorm laten zien? Wie van alle zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ ́m) kan begrijpen wat de lengte van de hemelen is en wat de hoogte ervan is of hoe zij ondersteund worden 24. of hoe groot het aantal sterren is?

(69) Dit verwijst naar de bevrijding van de mensheid van de reuzen door het door Yâ-hwéh in hoofdstuk 10 uitgesproken oordeel, dat plaatsvond in 1400, 70 tachtigjarige generaties vanaf het oordeel in het jaar 7000.
(70) De Zondvloed vond plaats in de derde week 1656 (2318 vóór Yâhuwshúa`).
(71) ‘Avrâ ́m geboren in 1948 (2026 vóór Yâhuwshúa`), omgedoopt tot ‘Avrâhâ ́m in besnijdenisverbond van 2047 (1927 vóór Yâhuwshúa`).
(72) Yisrâ’ë ́l steekt Yardë ́n over en betreedt het Beloofde Land 1/10/2489 (4/1485 vóór Yâhuwshúa`).
(73) “Kijk, er komen dagen,” verklaart mijn Soevereine Yâ-hwéh, “dat ik een hongersnood in het Land zal zenden, geen hongersnood naar brood noch dorst naar de wateren, maar in plaats daarvan naar het horen van de Woorden van Yâ-hwéh. En zij zullen dwalen van de ene zee naar de andere zee en van het noorden tot aan het oosten, snel heen en weer, om te vragen naar het Woord van Yâ-hwéh, maar zij zullen het niet vinden.”
(74) De gezalfde Yâhuwshúa` 3969-4000 (5 vóór Yâhuwshúa` – 27 na Yâhuwshúa`).
(75) De vernietiging van Yruwshâláim en de Tempel door Titus en zijn Romeinse legers 4043 (70 na Yâhuwshúa`) en de verspreiding na de atheïstische “Yehuwthíy” Bar Kochba opstand in 4108 (135 na Yâhuwshúa`).
(76) Stopzetting van de islam, protestantse reformatie, kruistochten, nederlaag van de Spaanse Armada.
(77) De blijde boodschap methode van rechtvaardiging gelovend in Zijn ware naam zal over de hele wereld worden verkondigd, dan komt de Zesde Zegel, de Grote en Ontzagwekkende Dag van Yâ-hwéh op 7/10 (Verzoendag) 5997 (9/12-13/2024 na Yâhuwshúa`) [MattithYâ ́huw 24:14].

Enoch 91 | Enoch | Enoch 93

Share