Lied 138

Lied (Psalm) 138

1. Ik zal U loven met heel mijn hart, in de tegenwoordigheid van de machtigen zal ik voor U psalmen zingen. 2. Ik zal mij neerbuigen naar Uw pure tempel en Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om Uw trouw, want om heel Uw Naam hebt U Uw belofte groot gemaakt. 3. Op de dag dat ik riep, hebt U mij verhoord; U hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel. 4. Alle koningen van de aarde zullen U loven, o Yâ-hwéh, wanneer zij de woorden uit Uw mond gehoord hebben. 5. Zij zullen zingen van de wegen van Yâ-hwéh, want de heerlijkheid van Yâ-hwéh is groot. 6. Want Yâ-hwéh is verheven; toch ziet Hij om naar de nederige, maar de hoogmoedige kent Hij van verre. 7. Als ik middenin de benauwdheid verkeer, maakt U mij levend; U strekt Uw hand uit tegen de toorn van mijn vijanden, Uw rechterhand verlost mij. 8. Yâ-hwéh zal Zijn werk voor mij voltooien; Uw goedertierenheid, o Yâ-hwéh, is voor eeuwig; laat de werken van Uw handen niet los.

Psalm 137 | Psalmen | Psalm 139

Share