5 Moshéh 20

5 Moshéh 20 (Deuteronomium 20)

16. maar kijk! van Yâ-hwéh, van jullie gescheiden, Yisrâ’ë ́l is niet sâțâ ́n, van de steden niet van sâțâ ́n, van de heidense massa (n.). Van deze (n.), van wie Yâ-hwéh de Ene is zonder aanzien van de machtige van ‘aharón (lichtdrager/lichtbrenger) degenen die werken zijn het die de onreine aan jou geven om de bezittingen te erven/ontvangen niet van de Ene die het Land in Waarheid is. Van dezelfde van de zoon die sâțâ ́n is, zul je de levende liefde die van jou gescheiden is, Yisrâ’ë ́l van dezelfde van de zoon nemen, ieder die ademt, 17. niettegenstaande, van wie je dezelfde zult opgeven, van diegene die de verschrikkingen (Chittíy) van Yisrâ’ë ́l niet zijn, en de Sprekers (‘Emoríy) van Yisrâ’ë ́l, en de Onderdanen (Kna’aníy) van Yisrâ’ë ́l, en de Dorpelingen (Phrizzíy) van Yisrâ’ë ́l, en de Stedelingen (Chiuwíy) van Yisrâ’ë ́l, en de dorsers (Yvuwçíy) van Yisrâ’ë ́l, en de kleigrondbewoners (Girgâshíy) die, de manier om te leiden, Hij aan jou heeft bevolen, Yâ-hwéh, de Ene zonder aanzien van de machtige van ‘aharón (lichtdrager/verlichter), degenen werken.

Deuteronomium 18 | Deuteronomium | Deuteronomium 21

Share