Enoch 47

Chanówkh (Enoch) 47

1. “In die dagen zal het gebed der reinen, en het bloed der rechtvaardigen, van de aarde zijn opgestegen tot de tegenwoordigheid van de Vorst der geesten. [Openbaring 8:3-4] 2. In die dagen zullen de reinen die boven de hemelen wonen zich verzamelen, en met verenigde stem de naam van Yâ-hwéh, de Vorst der geesten, verzoeken, smeken, loven en zegenen vanwege het bloed der rechtvaardigen dat vergoten is; opdat het gebed der rechtvaardigen niet van voor het aangezicht van de Vorst der geesten zou worden afgehouden; opdat Hij voor hen het oordeel zou voltrekken (hoofdstuk 2); en opdat Zijn geduld niet eeuwig zou duren.” 3. In die tijd keek ik naar het Hoofd van de dagen, terwijl Hij [de Zoon van de stoffelijke mens (‘âthâ´m)] op de troon van Zijn Waardigheid zat, terwijl de boekrol van de levenden in Zijn aanwezigheid werd geopend, en terwijl al Zijn heerscharen die in de hoogten van de hemelen en Zijn hof wonen, voor Hem stonden. 4. Toen waren de harten der reinen vol vreugde, omdat de voleinding der gerechtigheid was aangebroken, de smeekbede der reinen gehoord en het bloed der rechtvaardigen door de Vorst der geesten aan de kaak gesteld.

Enoch 46 | Enoch | Enoch 48

Share