Enoch 72

Chanówkh (Enoch) 72

1. Nadat ik deze reeks voorschriften [~voor de grote lichtbol] had gezien, zag ik een andere reeks voorschriften betreffende de kleine lichtbol, wiens naam Yârë´ach (maan) is, en haar baan is als de baan van de hemelen, 2. en de wind drijft haar voertuig aan waarop zij rijdt/daalt, en zij krijgt licht door meting; 3. en haar opkomst en haar ondergang [tijd] veranderen elke maand; en haar dagen zijn als de dagen van de grote lichtbol, en wanneer haar licht volledig vol is [~de volle maan], bedraagt haar licht een zevende deel van het licht van de grote lichtbol. 4. Het [haar licht (f.)] neemt op deze manier toe: haar hoofd [laatste [afnemende] fase] is naar het oosten gericht wanneer zij op de dertigste dag/ochtend tevoorschijn komt, 5. en gedurende die periode/dag [~maand] waarin zij volledig zichtbaar wordt, tegelijkertijd wanneer de grote lichtbol zich binnen de [vierde (71:11)] poort bevindt waardoor de grote lichtbol tevoorschijn komt, wordt zij voor jou de eerste van de maanden. En zij verschijnt op de dertigste dag, 6. wanneer haar zichtbaarheid uitgaat in de helft van het zevende deel, is haar gehele bol leeg zonder licht [~lunaire conjunctie], met uitzondering van een halve zevende, het veertiende deel van haar licht. Dan is – wanneer zij gedurende een dag een half zevende deel van haar licht mag ontvangen – haar licht de helft tot het zevende deel van haar licht mag vermeerderen. Dan gaat zij [~de maan] onder met de grote lichtbol, 7. en wanneer de grote lichtbol opkomt, komt de maan mee op en ontvangt een half zevende deel van haar licht, 8. ook op die nacht [v. (7)], is wanneer zij [~de maan] haar ochtend [~van de maand] van de [~eerste] dag van de maand is begonnen, gaat de maan onder met de grote lichtbol, 9. zodat zij in die nacht [~van de maandwisseling] niet te zien is met haar veertiende deel, dat wil zeggen in het halve zevende; maar zij komt op/in die dag [eerste dag van de maand] op met een zevende deel precies en komt dan tevoorschijn en trekt zich terug naar het oosten waar de lichtbol opkomt [~weg van de lichtbol], 10. en gedurende elk van haar resterende [wassende] dagen neemt haar licht toe in de andere dertien delen.

Enoch 71 | Enoch | Enoch 73

Share