Enoch 80

Chanówkh (Enoch) 80

Chanówkh keert voor een jaar terug naar de aarde

1. Hij [`Uwriy’Ë´l] zei: “Chanówkh, kijk naar deze tafelen van de hemel en lees wat erin geschreven staat en neem kennis van elk stukje informatie.” 2. Toen keek ik naar de hemelse tafelen en las alles wat geschreven stond en ik begreep het allemaal; ik las de boekrol van alle werken van de zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ´m); 3. en van alle zonen van het vlees die op aarde zijn, zelfs tot in de verre geslachten. 4. Onmiddellijk zegende ik de grote Soeverein, Yâ-hwéh, de Koning van de Eeuwigheid, omdat Hij alle schepselen van de wereld heeft gemaakt, 5. En ik prees Yâ-hwéh, om Zijn geduld en ik zegende Hem namens de zonen van de stoffelijke mens (‘âthâ´m). 6. In die tijd zei ik: “Gezegend is de mens, die rechtvaardig en goed zal sterven, en tegen wie geen verslag van ongerechtigheid is geschreven, en voor wie men op de Dag des Oordeels niet wordt gevonden!” [Liederen 32:1-2, Romeinen 4:6] 7. Toen droegen die drie reinen mij en plaatsten mij op de aarde voor de poort van mijn huis 8. en zij zeiden tot mij: “Leg alles uit aan Mthuwshâ´lach, je zoon; en licht al je zonen in, dat geen vlees rechtvaardig is voor Yâ-hwéh, want Hij is hun Schepper. 9. Wij zullen je één jaar bij je zoon laten, totdat je je instructies geeft, zodat je je zonen kunt onderrichten, voor hen kunt schrijven wat je hebt gezien en dat je aan al onze zonen kunt getuigen; daarna zul je in het tweede jaar van hen gescheiden zijn, maar je hart zal sterk zijn, want de goeden zullen de rechtvaardiging aan de uitverkorenen bekendmaken; de rechtvaardigen zullen zich met de rechtvaardigen verheugen en elkaar feliciteren; maar de overtreders zullen met de overtreders sterven, 10. En de afvalligen [opstandigen] zullen met de afvalligen [rebellen] verdrinken. 11. Ook zij die rechtvaardig handelen zullen sterven vanwege het werk van de stoffelijke mens (‘âthâ´m), maar zij zullen worden verzameld vanwege de werken van de ongelovigen.” 12. In die dagen eindigden zij het gesprek met mij, 13. en ik keerde terug naar mijn volk, de Vorst der eeuwen zegenend.

Enoch 79 | Enoch | Enoch 81

Share