Enoch 83

Chanówkh (Enoch) 83

Het gebed van Chanówkh voor het overleven van de mensheid door het zondvloedoordeel.

1. Ik hief mijn handen op in gerechtigheid, en zegende de Zuivere, en de Grote, en ik sprak met de adem van mijn mond en met een tong van vlees, die Yâ-hwéh de Almachtige heeft gevormd voor alle zonen van sterfelijke mensen, opdat zij die gebruiken in het spreken, en heeft hun een adem, een tong en een mond gegeven om met hen te spreken. 2. “Gezegend bent U, o Yâ-hwéh, de grote Koning, en machtig in Uw Grootheid, Koning der koningen, Vorst van de hele wereld. Uw Almacht, koninkrijk en grootheid duren voor altijd; 3. Uw soevereiniteit is voor alle geslachten; de hemelen zijn Uw eeuwige troon en de aarde is Uw voetbank voor de eeuwen der eeuwen. 4. Want U bent het die ze geschapen hebt en die over alle dingen heerst, er bestaat geen daad die moeilijk voor U is; de wijsheid neemt geen afstand van Uw troon en verlaat Uw aanwezigheid niet; U kent, ziet en hoort alle dingen, niets is voor U verborgen, want U ziet alles. 5. Nu worden de gezanten van de hemel veroordeeld wegens overtredingen en op het sterfelijke vlees der mensen rust Uw toorn tot de grote Dag van het Oordeel. 6. Nu, O Yâ-hwéh de Almachtige, Soeverein en groot Koning, smeek en smeek ik U om mijn gebed te aanvaarden, opdat U een nageslacht voor mij op aarde achterlaat, opdat U niet het hele ras van sterfelijke mensen vernietigt, 7. Dat U de aarde niet leeg laat en dat de vernietiging niet eeuwig is. 8. Dus nu, o Yâ-hwéh, roei van de aarde het vlees uit dat Uw toorn heeft opgewekt, maar maak het vlees van rechtvaardigheid en rechtschapenheid als een eeuwige zaadplant en verberg Uw aangezicht niet voor het gebed van Uw dienaar, o Yâ-hwéh!”

Enoch 82 | Enoch | Enoch 84

Share